Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], God heeft de vorsten der Midianieten, Oreb en Zeeb, in uw hand gegeven; [6]wat heb ik dan kunnen doen, gelijk gijlieden? Toen liet hun [7]toorn van hem af, als hij dit woord sprak. 6. Het schijnt dat Gideon in dezen tijd de twee koningen der Midianieten, Zebah en Tsalmuna, nog niet geslagen had. 7. Hebreeuws, geest, moed.